Het 'Orientierungsheft'
Een neerslag van de Duitse kennis verscheen op
1 september 1939 onder de omineuze titel 'Orientierungsheft Niederlande
unter besonderer Beruecksichtigung der Fliegertruppe und Flakartillerie
(Luftwaffe)' . Het telde 32 pagina's en werd verspreid in een oplage
van 1600 stuks. Het geeft in het algemeen een betrouwbaar beeld van de
Nederlandse Militaire Luchtvaart.
Inhoud 'Orientierungsheft'
De Duitsers kenden de vliegvelden. Radio- en
telefoonverbindingen kenden geen geheimen. Problemen met licentiebouw van
motoren waren bekend. Problemen rond de aanleg van vliegveld Bergen werden
genoemd. Opbouw van het personeelsbestand en inzet van de luchtstrijdkrachten
waren een open boek. Toch bevatte het 'Heft' ook enkele fouten en vraagtekens.
Wat de Duitsers niet wisten
Onbekend bleef waar de LuVA haar brandstof opsloeg.
(ter plekke aangevoerd in tankschepen of tankwagons). Ook werd de productie
van de Nederlandse vliegtuigindustrie verkeerd ingeschat. Van bepaalde
type's (D-21 en T-V) werd vermeld dat ze nog in productie waren. Ook de
dislocatie van de eenheden over de vliegvelden is in het 'Heft' niet altijd
correct.
Spionnenwerk
Vliegvelden als Schiphol, Waalhaven en Ypenburg
werden door spionnen regelmatig bezocht. Dit vormde tot begin mei 1940
door gebrek aan beveiliging geen probleem. Zo meldt agent U.2417 op 9 maart
1940 een zevental vliegtuigen op Eelde. Een dag later was al bekend dat
ze waren overgevlogen naar Schiphol
Agent A.535 was verscheidene keren op Ypenburg
te vinden. Versperringen trof hij er nog niet aan. Een andere agent meldde
nog op 3 mei dat zich op Ypenburg tien D-21's en zeven G-1's bevonden.
Opmerkelijk gezien de verscherpte bewaking en de vier meter hoge schutting
rond het vliegveld.
Spionnen zwak in vliegtuigherkenning
Slechts een beperkt aantal agenten wist wat hij
zag. Zo de reizende agent die op 24 februari 1940 de waarneming van 15
tweedekker jachtvliegtuigen op Ypenburg doorgaf.. Het waren C-V en FK-51
verkenners. Over vliegpark Hilversum meldde een andere spion dat ze 'Fokker
Jaeger' zou herbergen. Ook hier ging het om Fokker C-V, C-X en Fk-51 vliegtuigen.
De angst van de Duitsers
Waarom zoveel aandacht voor het kleine, zwak
bewapende Nederland? De Duitsers waren bang voor Britse landingen op ons
grondgebied. De RAF zou onderdelen op vliegvelden kunnen detacheren. Sinds
september 1939 in oorlog met Engeland voelde Duitsland dit als een bedreiging.
Duitse agenten kwamen dan ook braaf met berichten
dat Britse officieren Nederlandse vliegvelden inspecteerden en de luchtwachtdienst
voorbereidden. De RAF beschikte niet eens over kaarten van onze vliegvelden!
Conclusie
De Duitsers kenden een verbijsterende hoeveelheid
details over de LuVA. Had zij die nodig? Nee, de Luftwaffe was ook zonder
al te sterk voor de LuVA. Maar de Duitse spionage werd ook ingegeven door
angst voor een mogelijke samenwerking met Engeland dan wel Frankrijk
Uit: Illusies en incidenten p. 174-179
Nederlandse tegenspionage
D-XXI-vlieger Karel Steensma vloog voor 1940 bij de KLM. Hij werkte ook voor GS III, de militaire geheime dienst.
Zijn codenaam was Carel Christiaan. Tijdens KLM-vluchten boven Duitsland lette hij op de aanleg van vliegvelden.
Als er een nieuw veld werd waargenomen, vroeg de KLM op Tempelhof
om er een eventuele noodlanding te mogen maken. Het bestaan van een nieuw veld werd over het algemeen ontkend.
De Lufthansa deed hetzelfde boven Nederland, met de Ju-52 en Ju-86.(Gesprek K.Steensma, 7-1-1984 met F. Gerdesen; Sectie Luchtmachthistorie)