f

De 3e Jachtvlieg Afdeling Ypenburg

Een aantal D8-3N toestellen op Soesterberg met de 392 op de voorgrond.

De 3e Jachtvliegtuigenafdeling bestond uit 11 gevechtsklare Douglas 8A-3N toestellen. In de vroege morgen van de 10e mei stonden ze op vliegveld Ypenburg klaar voor een onmiddelijke start. De aanwezige bommen waren opgeslagen in een hangar. Om 02.00 uur reveille. Rond 3.55 uur stegen de toestellen op, de laatsten bemoeilijkt door het luchtbombardement van het vliegveld. De Douglas 8A was als jager geen partij voor de snellere, en beter bewapende Messerschmitt 110. "Ze werden binnen het uur als wilde eenden uit de lucht geschoten" zei een van de vliegers later. De patrouilleformatie moest worden verlaten en al vrij snel was het ieder voor zich.

De geschiedenis per vliegtuig

nummer Bijzonderheden
381 De 381 verschoot al haar munitie op Duitse bommenwerpers en jagers. Daarna probeerde ze naar Haamstede te ontkomen. Na bij Hoek van Holland door Me 110's bedreigd te zijn, probeerde de 381 een buiklanding op het westerstrand van Rozenburg te maken. Dit mislukte, evenals een tweede poging. Vijf minuten later (5.35 uur) werd het toestel in een gevecht met drie Me 110's bij Hoek van Holland in zee neergeschoten. De bemanning, 1e luitenant-vlieger P.T. Bierema en 1e luitenant-waarnemer W.Faber, kwam om.
382 De 382 stortte na hevige strijd neer bij Honselersdijk. Eén bemanningslid kwam om, het andere wist zich met een parachute in veiligheid te brengen. Tenminste één Duits vliegtuig werd neergeschoten. 
De 382 werd door 2 Me-110 jagers neergeschoten. Hierbij kwam de waarnemer Jacob Vonk om het leven. Olie uit een geraakte olieleiding spoot over de vlieger. H.W. Guyt heen. Hij kon niets meer zien. Besloot het vliegtuig per parachute te verlaten en zakte daarmee door het dak van een broeikas bij Honselersdijk.
384 De 384 wist één Duitse bommenwerper zwaar te beschadigen. Deze bombardeerde de Alexanderkazerne in Den Haag. Aan een hevige aanval door drie Me 110's werd door een duikvlucht ontkomen. Evenals de 381 probeerde de 384 om 5.25 uur op het strand bij Rozenburg te landen. Hierbij liep het vliegtuig, op de neus terechtkomend, onherstelbare schade op.
385 De 385 werd tijdens zijn vlucht in brand geschoten. De bemanning, de 2e luitenants G.J.E. Scheepens en G. Vermeulen, kwam om. Het vliegtuig stortte neer op het strand bij Kijkduin. Op Ockenburg gelande bemanningen zagen dit. Evenals de 17-jarige padvinder Hans van Rijn: "De soldaten zagen mijn padvindersunform aan voor een legeruniform. Zo kon ik makkelijk op voor anderen verboden plaatsen komen. Zo stond ik bij een brandend wrak van een neergeschoten Douglas 8a. Daarin zaten de verminkte lichamen van de twee piloten. Huilend ging ik naar huis en plofte op bed.
387 De 387 startte terwijl de bommen op Ypenburg vielen. De 387 verloor tijdens de luchtgevechten de linkervleugel en stortte dicht bij Nootdorp neer. De bemanning werd uit het vliegtuig geslingerd en redde zich met parachutes. Het toestel sloeg tussen Leerbroek en Meerkerk te pletter.Aan vlieger J.F.A. Jansen werd na de oorlog de Bronzen Leeuw verleend. Linzel in "Mei vliegers" over hem. Hij ging in zo'n trage Douglas de Moffen tegemoet. Een van de vleugels werd er afgeschoten en toen is ie in een rugvrille gekomen. Hij en de schutter zijn dwars door de kap eruit geslingerd. Door de enorme middelpuntvliedende kracht liep het bloed naar zijn ogen. Geen gezicht! Het wit van zijn ogen is zwart.  
Luchtschutter, sergeant K.Beuving, gaf later het volgende verslag: 
"Het was alsof we stilstonden. Nog nooit had ik zoveel vliegtuigen bij elkaar gezien. We waren geen partij voor de Duitsers. De Douglas kon parktisch om zijn as draaien en dan was het net alsof zo'n Duitser twee keer om je heen zeilde. Het kookte er van de Meerschmitts en waar je ook richtte: je kon gewoon niet missen. Ik meen er zeven te hebben geraakt. Maar het was levensgevaarlijk zo'n vliegtuig te blijven nakijken om later een overwinning te claimen, er was trouwens geen tijd voor. Op een gegeven moment sloeg er een granaat dwars door de cockpitkap. Pal daarop werd de kist onbestuurbaar en viel in een rugvrille naar beneden. Het bloed liep in mijn ogen en ik zag niets meer. Als een baksteen ginegn we naar4 onderen. De kap openschuiven ging niet meer en met alles wat nog in me zat, drukte ik het frame uit zijn voegen..." 
Jansen belandde in een boom bij hendrik van Buuren in Leerbroek. Hij was vrijwel ongedeerd en ging terug naar zijn basis. Beuving werd opgevangen door Jacob de Wild, ca. een km. verder. Hij zat vol glassplinters en had bloeduitstortingen rond zijn ogen. De Wild zorgde voor een dokter en Beuving is ca. 2 weken in een ziekenhuis in Den Haag geweest. 
388 De 388 werd door Duitse jachtvliegtuigen in brand geschoten en stortte neer op het landgoed 'Ter Horst' in Voorschoten. Eén bemanningslid, de sergeant-luchtschutter G. Hagen, kwam om, het andere, de 2e luitenant-vlieger J. van Riemsdijk redde zich met de parachute. 
Toen luitenant van Riemsdijk zijn toestel in de lucht had, zag hij tot zijn verbazing zijn schutter, sgt. Hagen, bezig de achtermitrailleur te demonteren. Hij zag ook een formatie van 3 D 21s aanvallen op Ju-52s (dit waren lt. Ruijs de Perez en de sgtn. Eden en Kiel). Nadat sgt. Hagen zijn mitrailleur weer in orde had, nam 388 deel aan de gevechten. Na enige tijd schoot sgt. Hagen niet meer en v. Riemsdijk zag hem, dood of zwaar gewond, over zijn mitrailleur hangen. Intussen werd hij belaagd door vijf Me-110s. De 388 werd in brand geschoten en v. Riemsdijk sprong er uit. Hij kwam terecht in een hoge boom aan de Papelaan in Voorschoten en zag onder zich een boze boer met een hooivork. Na zich met enige moeite te hebben bekendgeaamkt, kon hij veilig naar beneden klimmen. Hij kreeg eerste hulp, maar mocht niet bij de boer naar binen omdat hij onder het bloed en de modder zat. De 388 was vlakbij neergestort. 
Soldaat C.M. Keijzer van het Korps Motordienst, die het gevecht ook had gezien, bracht v. Riemsdijk naar een ziekenhuis, waar hij een nacht heeft doorgebracht. 
389 Door gebrek aan munitie landde de 389 rond 4.45 uur op Ockenburg. Van hier kon niet meer worden gestart. Door Duitse vliegtuien later in brand geschoten. 
Sgt. Hinrichs had storing in zijn vleugelmitrailleurs. Bij de landing hingen de patroonbanden uit de vleugel. 
390 De 390 beschadigde een Ju 88 en schoot mogelijk een Ju-52 neer. Belaagd door Me 110's ontkwam de 390 richting Rotterdam. Bestookt door Nederlands afweergeschut werd het beschadigde toestel in een weilandje aan de Zouteveenseweg bij Schipluiden aan de grond gezet. Dit was in een weiland waar een boer bezig was te melken. Ze mochten zijn auto lenen en gingen daarmee naar Delft, waar ze door Nederlandse troepen werden krijgsgevangen gemaakt. Redding kwam onverwacht. De in Delft geboren De Bruijn werd herkend door een tante, toen hij langs haar huis werd opgebracht. Zij zorgde voor de invrijheidsstelling. 
391 De 391 landde evenals de 389 rond 4.45 uur op Ockenburg om munitie te laden. Door Duitse vliegtuigen later in brand geschoten.
392 De 392 maakte na een hevige beschieting met een gewonde piloot een noodlanding op een viaduct in de verkeersweg Den Haag-Utrecht, bij Zoetermeer. Het toestel gleed van het viaduct af en kwam in een weiland terecht. De bemanning bleef in een boom hangen. De 392 werd later in brand geschoten. Sergenat-vlieger J.A.Kuhn werd met een schot in de linkerknie opgenomen in een ziekenhuis en twee jaar later genezen verklaard, maar afgekeurd voor militaire dienst. Het wrak van de Douglas werd in april 1981 opgegraven. Sgt.Staal keerde per taxi terug naar Ypenburg. Deed daar mee aan gevechten, werd krijgsgevangen gemaakt en ontsnapte na een artilleriebeschieting vanaf de Hoornbrug. op de hangars. Op 12 mei overgeplaatst naar Badhoevedorp waar voor Finland bestemde G-1s werden overgenomen. Staal beschoot op 13 mei met lt.vl. Droste Duitse stellingen en doet dat een dag later met dezelfde vlieger opnieuw. Dan gaat het om Duitse stellingen bij de Grebbeberg. (De vlucht van 13 mei wordt niet door Molenaar genoemd). 
393 De 393 stortte rond 4.30 bij Vlaardingen neer in een brandende olietank. De bemanning, 2e luitenant-vlieger H. Pauw en korporaal-luchtschutter L.M.J. Ballangee, maakte gebruik van de parachutes, maar overleefde niet.
 
De 390 moest op 10 mei een noodlanding maken.